Rennend rekenen - Objecten tellen:
Tel hoeveel objecten er in de tuin staan: hoeveel bloempotten? Hoeveel bomen/struiken? Je kunt ook uit de tuin gaan en bijvoorbeeld tellen hoeveel huizen er in de straat staan. De kinderen mogen lekker heen en weer rennen en terug komen om te vertellen hoeveel het er zijn.
Rennend rekenen - Cijferherkenning:
Met stoepkrijt schrijf je cijfers op de grond. Dit kan uw kind zelf, of misschien met wat hulp. Noem een cijfer en uw kind mag dan zo snel mogelijk naar het goede cijfer rennen. Herhaling helpt bij cijferherkenning. Herhaal de cijfers dus een aantal keer, maar dit spel kan ook gerust een aantal keer in de week aangeboden worden. * In plaats van cijfers kan dit spel ook worden gespeeld met de verschillende vormen of kleuren
Rennend rekenen - Begrippen:
Voor deze opdracht kun je materialen uit de tuin gebruiken. Start met een enkel voorwerp, bijvoorbeeld een schep, stuk stoepkrijt of een tak. Geef uw kind nu steeds opdrachten waarbij de verschillende begrippen (groter/kleiner/dikker/dunner/langer/korter) geoefend worden; ‘Zoek iets dat langer is dan deze schep’ of ‘Zoek iets dat dikker is dan deze tak’. Herhaal tijdens het zoeken de begrippen.